Proces-verbaal

Op 9 december 2013 overleed de schrijver Jacq Vogelaar. Een groot Kafka-bewonderaar, vandaar dit bericht op deze plaats. Dit trieste feit is al uitvoerig (nou ja, uitvoerig…) herdacht in de dagbladpers.
Nergens werd vermeld dat – niet onbelangrijk in dit verband – in 1987 de door hem samengestelde bundel Proces-verbaal van Franz Kafka bij SUN verscheen met essays van Walter Benjamin, Theodor Adorno, Maurice Blanchot, Marthe Robert en Jean Starobinski. In zijn nawoord legt hij de titel uit:
Proces-verbaal van Franz Kafka, te lezen als genitivus possessivus én objectivus: als hij schrijft brengt hij zichzelf in het geding, zet hij zichzelf op het spel; hij is bovendien zelf ooggetuige van het proces van de literatuur en degene die het verloop ervan in geschrifte vastlegt. Deze dubbelzinnigheid zou wel eens de drijfveer van alle gedaanteveranderingen in Kafka’s werk kunnen zijn.”
Op deze plaats alleen een paar significante citaten, zonder verder commentaar, uit de “grootse” herdenking in De Groene Amsterdammer van 9 januari 2014, het weekblad waaraan Vogelaar ruim 40 jaar bijdroeg.
… Veel van die neezeggers heeft Vogelaar bestudeerd, aan een aantal van de belangrijkste, ik denk aan Kafka en Musil, aan Adorno en Beckett, heeft hij essays gewijd. […] Bij geen andere Nederlandse schrijver heeft de geest van Kafka’s hongerkunstenaar een zo welkom onderkomen gevonden als bij Vogelaar. … (Cyrille Offermans)
… Zijn favoriete personages, maar zo zou hij het ook niet zeggen, ik denk dat ik moet zeggen: de enige hoofdpersonen die hij zag staan, waren de neezeggers, de keldermannen, de zelfverkozen buitenstaanders, zoals die gestalte kregen bij Coetzee, Beckett, Kafka, Faulkner, Bernhard, en in zijn meest sikkeneurige vorm bij Dostojevski. […] Jacqs stuk, waarin hij ook dwarsligger Nabokov en kelderbewoner Kafka aandoet, las ik als een hommage aan het dubbelzinnige nee van de buitenstaander. … (Marja Pruis)
… Net als bij het verhaal Een hongerkunstenaar van Kafka, waar Vogelaar ook uitvoerig (en soms geestig) mee aan de haal gaat. … (Kees ’t Hart)