Niels Bokhove

En: een onbekend lid van de Prager Kreis ontdekt?

Alweer ruim twintig jaar geleden besteedde ik in het Kafka-Katern aandacht aan de portrettering van Kafka tijdens zijn leven. Heel kort passeerden de beelden van Fritz Feigl (bewaard, blijkt uit 1946!) en Dr. Friedrich Schiller (niet bewaard) de revue, en uitgebreid Wilhelm Wessel (bleek later niet kort voor maar pas na Kafka’s dood gemaakt te zijn). Dan zijn er natuurlijk nog Kafka’s zelfportretten uit ca. 1905-07.[i] En laten we portret- en landschapsschilder Titorelli in Der Proceß niet vergeten (die heeft zelfs een lemma in Koen Brams’ Encyclopedie van fictieve kunstenaars. Van 1605 tot heden (2000)!)

Wat ook vermeld en ook niet bewaard is gebleven (of misschien zelfs nooit gemaakt is!) is een portret dat Kafka heel kort in zijn dagboek van januari 1912 vermeldde:

‘Ich soll dem Maler Ascher nackt zu einem heiligen Sebastian Modell stehn.’

Kafka was natuurlijk qua heiligen wel wat gewend in ‘zijn’ Praag met bijvoorbeeld dertig heiligenbeelden op de Karlsbrücke. Een paar van die beelden duiken op in zijn werk: de vijfde, Ludmila, in ‘Beschreibung eines Kampfes’, Procopius in een brief aan Minze Eisner van maart 1920. En tijdens een wandeling met Gustav Janouch over de Karlsbrücke lichtte Kafka hem bij over de diverse heiligenbeelden hier.[ii]  Laten we niet vergeten dat het Max Brod was die zijn vriend in 1921 met nadruk ‘ein Heiliger’ noemde.

Maar Sebastiaan staat niet op de Karlsbrücke.

Welke Ascher?
In genoemd artikel schreef ik enkele regels over Ernst Ascher (want die wordt bedoeld) en het beeld:

‘Rond 1912 heeft Ascher, die pas een paar jaar schilderde en les heeft gehad van Professor Thiele, portretten gemaakt van de met Kafka en Max Brod bevriende Felix Weltsch en van de kunstfotograaf Schlosser. Brod was zeer enthousiast over deze schilder, wiens stijl hij typeerde als een “Mischung von Arles und Berlin”.’

Intussen blijkt er enige discussie geweest te zijn over zowel de identiteit van Ascher als de betekenis van Kafka’s notitie. Het zou niet om Ernst maar om Georges Ascher (1884-1943) gaan, een Poolse kunstenaar van joodse afkomst en werkend in Parijs. En verder opperde ene Chris Danta dat Kafka zijn woorden ‘hypothetically’ bedoeld heeft, ‘that is, to be imagining himself posing for a painting of Saint Sebastian’.[iii] Maar ten eerste was juist Ernst Ascher bevriend met Kafka’s vriend Max Brod. En ten tweede: waarom zou Kafka dan zo specifiek aan Ascher gedacht hebben?

Wat de aanleiding voor Kafka’s notitie was, zou heel goed een literaire bijeenkomst kunnen zijn bij Oskar Baum thuis op 6 januari, waar de gastheer voorlas uit eigen werk. In elk geval Brod was erbij, toneelcriticus Karl Hans Strobl zou ook komen maar moest naar het theater.

Overigens is het de vraag of Kafka wel bereid zou zijn om naakt te poseren. Een paar maanden later, in juli 1912 tijdens een verblijf in een sanatorium, deed hij dat inderdaad op verzoek van de genoemde Friedrich Schiller, gemeenteambtenaar en amateurschilder uit Breslau, voor een portret: ‘Ohne Schwimmhosen. Exhibitionistisches Erlebnis’, noteerde hij in zijn dagboek. Het resultaat is helaas onbekend.

Ernst Ascher (schilder onbekend)

Nader tot Ernst Ascher
Er valt intussen meer over Ernst (ook wel Ernest) Ascher te zeggen dan mij eerder bekend was. Hij werd op 10 mei 1888 geboren in Praag en overleed in 1978 (meestal tref je in of rond 1953 als sterfjaar aan, maar ook 1975 en 1979 kwam ik tegen). Max Brod publiceerde een paar maanden na Kafka’s notitie een stukje over Ascher in de Herderblätter en het was — uiteraard —  Hartmut Binder die nog het een en ander over Ascher vond. Samen levert dit het volgende beeld op.

Ernst Ascher volgde een opleiding aan de Deutsche Technische Hochschule in Praag en sinds 1909 ook aan de Kunstakademie, met name onder de genoemde professor Franz (František) Thiele, maar al twee jaar later werd hij hier weggestuurd. De schilder Willy Nowak, ook geen onbekende in Praags-culturele kringen, beïnvloedde hem volgens Brod.

Kisch door Ascher

En dit laatste is een interessant detail. Ten eerste had Kafka net enkele weken eerder in een Praagse galerie twee kleurenlitho’s van Nowak gekocht en diens portret van Brod bewonderd. Bovendien was Kafka nog steeds geïnteresseerd in beeldende kunst, nadat hij kort na zijn studietijd ‘ein großer Zeichner’ had willen worden.

Ascher portretteerde diverse mensen uit de kring rond Kafka en Brod: Willy Haas, Felix Weltsch en diens zuster Betsy, en ook kunstfotograaf Otto Schlosser van Atelier Schlosser & Wenisch, die in 1910 het hele gezin Kafka had geportretteerd. Verder moet zeker Egon Erwin Kisch genoemd worden, want van hem, toen nog in Praag, is het portret uit 1910 bewaard gebleven.

Van Ascher heb ik twee werken uit de Praagse jaren kunnen vinden.

Rechts achter Ascher, naast hem Paul Leppin, zittend vlnr Dr. Back, Brod en Emil Faktor

Dit alles duidt erop dat Ascher in contact stond met de Prager Kreis rond Brod en Kafka. Relevanter is nog dat hij getuige zijn relatie met Nowak minstens in contact stond met of zelfs lid was van de kunstenaarsgroep Osma (Die Acht), waarvan onder anderen ook Kafka’s goede bekenden Friedrich (Fritz) Feigl en Otokar Kubin lid waren.

Twee werken van Ascher

Juist begin 1912 raakte Ascher in financiële problemen — wilde Kafka hem misschien steunen door hem dat portret te laten maken? — en verhuisde medio dat jaar naar München. In dezelfde periode nam hij deel aan de ‘Internationale Kunstausstellung des Sonderbundes Westdeutscher Kunstfreunde und Künstler’ in Keulen. Begin 1913 verhuisde hij naar Parijs, waar hij een kunsthandel, met name in Afrikaanse kunst, begon. Tussen beide wereldoorlogen had hij een galerie in de Franse hoofdstad, waar hij onder andere werk van Pablo Picasso verkocht.[iv]

Foto: Stanley Stanley

Vermeldenswaard is nog dat Ascher na de Tweede Wereldoorlog bevriend raakte met Picasso, want van hen beiden bestaat een curieuze foto uit 1954, genomen in Antibes aan de Franse Rivièra. Ascher was erheen gereisd om een werk van Picasso te kopen. Op het strand leende Picasso lipstick van een vrouw en veranderde Aschers blote bast in een portret en beschilderde ook diens knieën. Picasso: ‘Je wilde een Picasso, je kreeg er drie!’[v]

Blijft natuurlijk de kwestie rond Aschers plan voor Kafka als Sint Sebastiaan. We moeten helaas vaststellen dat er geen spoor van zo’n portret te vinden is — als het schilderij al überhaupt gemaakt is. Maar het idee en dit gemis is niet onopgemerkt gebleven.

Laat Kafka en Ascher het maar niet horen en zien!
Het was prikkelend genoeg om de Amerikaanse, nu in Engeland wonende kunstenaar en ex-soldaat M.B. (Michelle) Dallocchio te inspireren tot een eigen opmerkelijk werk. (Bovendien bestaan er vele toepassingen van: wall art, home decor, puzzles, lifestyle, stationery, phone cases, beach, coffee mugs en apparel voor uiteenlopende prijzen!) En dan heb ik het nog niet eens over vele andere minstens opmerkelijke portretten. Sint Franciscus Kafkaius dus.


[i] Niels Bokhove, ‘Kafka’s laatste portret’, Kafka-Katern 12 (2004) 2, 43-44; Kafka, Die Zeichnungen. Hg. A. Kilcher (C.H. Beck, München 2021), nrs. 80-84 en p. 329-30.

[ii] NSF I 70f, 139; Br IV 110; J 161v.

[iii] Chris Danta, Animal Fables after Darwin. Literature, Speciesism, and Metaphor (Cambridge UP, 2018), p. 159.

[iv] M. Brod, ‘Notiz über einen jungen Maler’, Herderblätter 1 (1912) 3 (mei), 56; H. Binder, Franz Kafka. Ein Leben in Bildern (Vitalis, Praag 2024), p. 436; K. Wagenbach, Franz Kafka. Bilder aus seinem Leben. Überarb. u. erw. Ausg. (Wagenbach, Berlijn 2008), 110-11. Meer over Ernst Aschers Parijse jaren in: Philippe Bourgoin, ‘Ernest[!] Ascher (1888-1978)’, op Michael Hamsnon, https://oceanicart.com/PROVENANCE/Ernest-Ascher/1.

[v] https://www.schubertiademusic.com/products/15683-picasso-pablo-1881-1973-stanley-stanley-belly-by-picasso-original-photograph-with-ernst-ascher.