Twee bundels met nagelaten fragmenten

Een paar maanden geleden is er bij uitgeverij Koppernik een mooie bloemlezing uit het nagelaten werk van Kafka verschenen onder de titel In het labyrint. Al eerder was er een vergelijkbare bloemlezing in de VS uitgekomen: The Lost Writings. Hierover eerst iets. Waarom zal dadelijk blijken.

The Lost Writings
Van Kafka komt Reiner Stach na de voltooiing van zijn driedelige biografie in 2014 kennelijk niet af. In 2020 verscheen van hem bij een Amerikaanse uitgever zijn keuze uit het nagelaten werk van Kafka onder de titel The Lost Writings.

Verbazing wekt dat woord ‘lost’. Ik had al eerder van die titel gehoord en dacht meteen: niks ‘lost’, al het nagelaten werk staat in de tweedelige Nachgelassene Schriften und Fragmente uit resp. 1993 en 1992 die de periodes 1897-1917 en 1916-1924 beslaan. Of zou het nog onbekend werk betreffen uit Max Brods nalatenschap, na een slepend prozes eindelijk in de National Library of Israel beland? Nee, het blijkt inderdaad om teksten uit die twee genoemde delen te gaan.

Je zou kunnen zeggen — Stach doet dat ook — dat ze in zekere zin ‘lost’ zijn voor de doorsnee Kafka-lezer die vooral vertrouwd is met vooral Die Verwandlung, Das Urteil en de drie romans. Want vertrouwdheid met het nagelaten werk vergt meer. Wel kwam in 2012 Ida Pfätzners vertaling van de eerste Nachlaß-band onder de titel Abandoned Fragments uit, maar daar bleef het bij. De tweede Nachlaß-band kwam zo niet in beeld bij het grote publiek — ‘lost’ dus in zekere zin — en dat vond Stachs uitgever jammer. Maar de titel Lost Writings is natuurlijk ook een uitgeversvondst, want dat intrigeert en verkoopt beter. Stach maakte de keuze en leverde een nawoord, Michael Hofmann deed de vertaling.

Even iets meer over deze Amerikaanse editie. Ze bevat 74 teksten en tekstjes, waarvan het overgrote deel inderdaad uit de tweede Nachlaß-band en enkele uit Abandoned Fragments, elf om precies te zijn. De bijdragen hebben geen titel gekregen (één heeft al een titel van Kafka zelf) en zijn vermoedelijk thematisch, in elk geval niet chronologisch geordend.

In het labyrint
Deze Amerikaanse uitgave vormde de aanleiding voor de Nederlandse bundel In het labyrint. Nagelaten verhalen in de vertaling van Ard Posthuma. Sterker nog: The Lost Writings heeft hem naar eigen zeggen nadrukkelijk ‘geïnspireerd’, met als gevolg dat hij deels Stachs keuze heeft overgenomen en een flink aantal zelf geselecteerd, overwegend uit de tweede Nachlaß-band, zodat zijn totaal op 89 teksten uitkwam. (Het verleidde mij tot een concordantie van beide bundels en de Nachlaß-delen als bron [zie hieronder], zodat u desgewenst het Duitse origineel kan terugvinden. Hoe gek kan een Kafka-liefhebber zijn? Aanleiding was Peter Groenewolds lijstje [zie ook hieronder].)

En er zijn nog twee verschillen tussen beide bundels. Posthuma heeft de verhalen wél titels gegeven — ook hier één titel van Kafka zelf — ‘om enigszins orde in de fragmenten te scheppen en het daardoor de lezer te vergemakkelijken’. En bovendien heeft hij de chronologische volgorde conform de beide Nachlaß-banden aangehouden.

Wat mij betreft had Posthuma — en ook Stach — wel wat verder mogen gaan en wat meer toelichting mogen geven. Met name zijn diverse fragmenten gerelateerd aan teksten die van meet af aan in andere Kafka-uitgaven staan en zo ruimere bekendheid hebben gekregen. Zo is ‘Ouderlijk leed’ aan ‘Kleine fabel’ gerelateerd, het vraaggesprek ‘De jager Gracchus’ hoort  bij het reeds bekende verhaal met dezelfde titel, ‘Roodpeter’ en ‘De geur’ horen bij ‘Een verslag voor een akademie’, ‘In stilte’ maakt deel uit van de zgn. ‘Zürauer teksten’ (de zgn. aforismen), ‘Na de Olympiade’ stond al bekend als ‘De grote zwemmer’,  ‘De opdracht’ en ‘Weg van hier’ zijn duidelijk verwant met ‘Het vertrek’ en ‘Overpeinzingen van een hond’ hoort bij ‘Onderzoekingen van een hond’.

Wat mij de gelegenheid biedt om op te merken dat Nini Brunts vertaling van veel van deze teksten voor de bundel Huwelijksvoorbereidingen op het land, verschenen bij Querido in 1975, vermeld had mogen worden.

Pareltjes
In deze context hoef ik het eigenlijk niet te vermelden: stuk voor stuk zijn het pareltjes die inderdaad meer bekendheid en bewondering verdienen. Tijdens het doornemen van The Lost Writings trof me in het bijzonder het ongetitelde fragment ‘I went abroad to live among foreigners…’ (het staat niet in In het labyrint). Het komt uit Nachlaß-deel II, is geschreven tijdens de Berlijnse maanden 1923-24 en luidt in het Duits en in het Nederlands van Posthuma (in Brunts bundel komt het niet voor) als volgt (incl. en passant een verbeterd miniem drukfoutje):

Ich bin in die Fremde gegangen und habe mich bei einem fremden Volk einquartiert. Ich habe dort meinen Mantel an den Nagel gehängt, niemand hat sich um mich gekümmert. Man läßt mich gewähren, man weiß daß keine Gefahr von mir droht. Was will der Einzelne gegenüber der großen Menge. Ich bin gekommen und man läßt mir für mein Kommen die Verantwortung. Ich hatte wohl kommen müssen, ich hatte eine Zuflucht gebraucht, das ist die stillschweigende Annahme. Die weitere Annahme ist daß ich diese Zuflucht nicht finden werde, man sieht mir an, wie wenig ich mich anzupassen verstehe, die Verhältnisse sind mir wohl gar zu fremdartig, ich bin nicht am rechten Ort. Aber das alles läßt man mich kaum fühlen, man ist auch zusehr mit den eigenen Angelegenheiten beschäftigt, vielleicht könnte ich bei diesen Angelegenheiten mit meinen besondern Erfahrungen und Fähigkeiten nützlich eingreifen, aber ich wage mich nicht einzumischen und man wagt nicht mich heranzuziehn, die Gefahr, daß ich bei meiner Fremdheit etwas verderben könnte, ist doch gar zu groß.

In het buitenland
Ik ben naar een vreemd land gegaan en heb mijn intrek genomen bij een vreemd volk. Ik heb daar mijn jas aan een spijker gehangen, niemand heeft zich met me bemoeid. Men laat mij begaan, men weet dat er van mij niets te duchten valt. Wat heb je als eenling tegenover de hele massa te willen. Ik ben gekomen en de verantwoordelijkheid daarvoor wordt aan mij overgelaten. Ik moest wel komen, ik had een toevluchtsoord nodig, dat is waar men stilzwijgend van uitgaat. Waar men ook van uitgaat is dat ik dat toevluchtsoord niet zal vinden, het is mij aan te zien hoe moeilijk ik me kan aanpassen, de omstandigheden zijn me denkelijk toch te vreemd, ik ben niet op de juiste plek. Maar dat alles laat men mij nauwelijks voelen, ze hebben het ook druk genoeg met hun eigen besognes, misschien dat ik hun in deze besognes op grond van mijn bijzondere ervaring en capaciteiten de helpende hand zou kunnen bieden, maar ik durf mij er niet tegenaan te bemoeien en men durft mij er ook niet bij te betrekken, het gevaar dat ik als vreemdeling iets zou kunnen bederven is toch veel te groot.

In mijn exemplaar van de Nachlaß-band noteerde ik ooit hierbij: ‘Berlin? cf. Schloß’, maar ik kreeg nu de stellige indruk dat dit thematisch gezien een kerntekst in Kafka’s oeuvre is. Waarom, dat zou op deze plaats nu te ver voeren (misschien ziet u het zelf). Hoe dan ook, daarom zou ik, denk ik, als titel ‘Niet op de juiste plek’ gekozen hebben.

Een kleinigheidje: beide Nachlaß-delen dragen niet de ondertitel ‘in der Fassung der Handschriften’ ter onderscheiding van Brods oudere editie maar van de veel duurdere ‘Kritische Ausgabe’ met de extra filologische ‘Apparatband’.  

Op het eerste oog wonderlijk is natuurlijk dat er geen Duitse versie van een dergelijke bloemlezing is uitgebracht. Maar ja, beide Nachlaß-delen zijn al in het Duits beschikbaar en bovendien zijn ze als onderdeel van een pocketeditie van de ‘Kritische Ausgabe’ (behalve de brieven) al verschenen in de vier deeltjes Beschreibung eines Kampfes…, Beim Bau der chinesischen Mauer…, Zur Frage der Gesetze… en Das Ehepaar und andere Schriften aus dem Nachlaß.

Niels Bokhove

Met dank aan Peter Groenewold, die met een lijstje van de door Posthuma toegevoegde teksten reageerde op mijn voorbarige onterechte commentaar op zijn recensie voor TZUM.