door Niels Bokhove
Franz Kafka, ‘Du bist die Aufgabe’: Aphorismen.
Hrsg., komm. u. mit einem Nachw. von Reiner Stach.
Wallstein Verlag, Göttingen 2019.
252 pp., € 24,00. ISBN 978-3-8353-3510-3.
Om bij te komen van de uitbraak van de tbc in augustus 1917 en de relatieproblemen met zijn verloofde Felice Bauer vertrok Franz Kafka in september uit Praag naar zijn tuinbouwende zus Ottla in het dorpje Zürau. Hij zou hier uiteindelijk acht maanden verblijven, Ottla helpen in de moestuin, familie en vrienden en ook Felice ontvangen, en een tweetal cahiers volpennen met notities zoals hij die niet eerder had geschreven. Raadselachtige notities, waarvan we de betekenis en bedoeling nog steeds niet goed begrijpen. En dit alles uit een periode die hij later ‘de beste tijd van zijn leven’ zou noemen. Uit die cahiers selecteerde hij ruim honderd notities die hij op aparte papierstrookjes overschreef, nu bekend als de ‘Zürauer Zettel’. Notities waarvan in elk geval — maar eigenlijk niet meer dan dat — duidelijk is dat zij overpeinzingen over zijn levenssituatie op dat moment lijken te vertolken.
Die notities hebben altijd minder aandacht gekregen dan het andere werk van Kafka, met name de verhalen (Die Verwandlung) en romans (Der Process). Er is weliswaar een aantal speciaal hieraan gewijde monografieën verschenen — van Werner Hoffmann (1975 en 1984), Richard T. Gray (1987), Konrad Dietzfelbinger (1987) en vrij recent nog Paul North (2015) — en een aantal artikelen, maar dat is het dan ook wel.
Ook qua tekstuitgave, en dan speciaal de ‘Zettel’, is het mager gesteld. In 1994 verscheen Malcolm Pasley’s eerdere Engelse vertaling in een klein boekje — bijna een brevier —, voor een doorbraak echter zorgde in 2004 de Italiaanse vertaling annex commentaar van Roberto Calasso, bekend als uitgever maar niet als Kafka-kenner, waarvan een Duitse versie uitkwam in 2006. Van veel groter belang was de prachtige facsimile-uitgave van zowel de cahiers als de ‘Zettel’ door Ronald Reuß en Peter Staengle in 2011, met de ‘Zettel’ warempel in een apart doosje.
En nu is er dan opnieuw een uitgave verschenen: ‘Du bist die Aufgabe’: Aphorismen van de veelgeprezen Kafka-biograaf Reiner Stach. En net als bij Calasso’s uitgave met eigen commentaar per ‘Zettel’. Maar met een belangrijk verschil, ook ten opzichte van de genoemde monografieën. Terwijl zij Kafka’s notities plaatsten in een historische, levensbeschouwelijke en zelfs filosofische en theologische kontekst — soms met volstrekt Kafka overstijgende resultaten —, bleef Stach zeer dicht bij huis, dat wil zeggen: hij geeft een soort duidende parafrase van de notities en citeert, indien voorhanden, verwante teksten van Kafka zelf die mogelijk ook enige verheldering kunnen geven. Bovendien verwijst hij terecht naar Kafka’s lectuur voor en in Zürau, met name Kierkegaard, die een inspiratiebron voor hem geweest (kan) zijn.
Die aanpak van Stach is wat mij betreft een verademing na de ambitieuze en ook pretentieuze studies, die vaak meer blijk geven van de eigen eruditie en spitsvondigheid van de auteur dan dat ze proberen te achterhalen wat Kafka zélf nu eigenlijk met deze notities en ‘Zettel’ wilde en wat ze betekenen.
Aforisme 1 in cahier
Aforisme 1 op ‘Zettel’
Aan deze noties uit de Zürauer maanden kleven echter een paar problemen. Ten eerste de genrekwestie: zijn het inderdaad aforismen conform de definitie(s!) daarvan of moeten we ze anders kwalificeren? Ten tweede: veel notities in de cahiers zijn weer doorgehaald, ook bij bijna een kwart van de ‘Zettel’ is dat het geval. Wat betekenen deze doorhalingen? Ten derde: wat wilde hij met die ‘Zettel’? Moest het een uitgave worden? Vast staat dat hij nooit over deze notities gesproken heeft, zelfs niet met Max Brod. Er bestaat een typoscript van deze ‘Zettel’-tekstjes, maar naar verluidt komt die niet uit Kafka’s typemachine. En tenslotte: in de herfst van 1920 voegde hij acht notities uit die tijd toe op evenveel ‘Zettel’ uit 1917/18. Het is onduidelijk of ze lukraak, waar er ruimte voor was, op die ‘Zettel’ zijn geschreven of dat er een verband is met de eerdere notitie.
Wat het genre betreft merkt Stach terecht op dat je een aantal notities zeker geen aforisme kunt noemen maar eerder een parabel, zelfs een uitroep, of letterlijk een ‘Denkbild’ omdat Kafka sterk in beelden dacht. Desondanks heeft hij vreemd genoeg ‘Aphorismen’ in de titel gebruikt. Maar ik moet toegeven: het juiste genre weet ik ook niet.
Dan de kwestie van de doorgehaalde ‘Zettel’-notities. In de kritische editie van Kafka’s werk gold en geldt als regel dat geschrapte tekst niet in de tekstuitgave zelf staat maar alleen in de zgn. ‘Apparatband’, de filologische verantwoording. Merkwaardig is dat deze regel niet is gevolgd in de kritische uitgave van de ‘Zettel’-teksten; hierin zijn de doorgehaalde notities in de tekstuitgave zelf met een asterisk aangegeven. Reuß wees al op deze afwijking in zijn facsimile-uitgave. Ook Stach heeft de doorgehaalde teksten gehandhaafd, maar in zijn commentaar de schrappingen wel vermeld. De grote vraag is wat deze schrappingen precies betekenen. Wilde Kafka ze niet in een eventuele publieke uitgave opnemen? We weten het niet. Ook in de beide cahiers, de bron voor de ‘Zettel’, komen veel doorhalingen voor. Ook die zijn in de kritische uitgave genegeerd. Het is denkbaar dat die doorhalingen geen afkeuring betekenen maar een ‘afvinking’ zijn, aangebracht door Kafka tijdens zijn selectie van de ‘Zettel’-teksten: deze notities mogen erin maar die andere niet.
Al met al is Stachs uitgave met commentaar een welkome en constructieve bijdrage aan en zo een prima startpunt voor de ’ontcijfering’ van Kafka’s vaak raadselachtige ‘Zettel’-stapel én de cahiers als bakermat daarvoor. Er is nog een hoop werk te verrichten…
Niels Bokhove